Nederland internationaal

Nederland internationaal: een beschouwing

“De maatschappelijk werker bevordert het tot zijn recht komen van de cliënt in wisselwerking met zijn omgeving. De maatschappelijk werker draagt actief bij aan een zo groot mogelijke eigen verantwoordelijkheid van de cliënt” is de centrale waarde van het maatschappelijk werk in Nederland. De toelichting vermeldt dat dit ook in algemene zin opgevat moet worden.
De internationale definitie van het sociaal werk is: “The social work profession promotes social change, problem solving in human relationships and the empowerment and liberation of people to enhance well-being. Utilising theories of human behaviour and social systems, social work intervenes at the points where people interact with their environments. Principles of human rights and social justice are fundamental to social work.”
Wat meteen opvalt is dat de definitie van Nederland bottom-up is geformuleerd, terwijl de internationale definitie top-down geformuleerd wordt. In Nederland kijken we eerst naar de cliënt, waarna we het breder trekken naar de gehele samenleving. Internationaal gezien wordt eerst gesproken over sociale verandering en de empowerment van mensen in het algemeen, waarna wordt gezegd dat het sociaal werk intervenieert op het punt waar mensen interageren, in wisselwerking zijn, met hun omgeving. Uiteindelijk staat er hetzelfde, wat is het verschil?
In Nederland is het maatschappelijk werk echt een vak. De studie Maatschappelijk Werk en Dienstverlening richt zich voornamelijk op het werken met de cliënten binnen de instellingen of organisatie. Als ik de eerste twee  jaar van de opleiding zou moeten beschrijven in drie woorden (waar ik overigens de opleiding zeer mee te kort doe), zouden dat zijn: casus, rollenspellen en reflecteren. Vervolgens tien maanden stage en een afstudeeronderzoek over een probleem dat je binnen de organisatie hebt gesignaleerd. Van praktijk naar theorie. Ook de grenzen van het werkveld bevinden zich meestal in de spreekkamer, of in ieder geval daar waar de cliënten interageren met hun omgeving.
Natuurlijk is er ook voldoende ruimte binnen de opleiding en het werkveld voor het werken op macro-niveau. Ook “wij” hebben kennis van menselijk gedrag en sociale systemen en ook in Nederland zijn er sociale problemen en is er vraag naar sociale verandering. Alleen komt deze profilering van het maatschappelijk werk misschien wat minder goed uit de verf. Wanneer het gaat over sociale vraagstukken of menselijk gedrag komen in de media economen, psychiaters en psychologen voorbij, maar zelden heb ik een maatschappelijk werker gezien, gehoord of gelezen.

In landen als Groot-Brittannie, Australie, en Denemarken zijn de definities net als de internationale definite op top-down geformuleerd. Als je naar de bijbehorende taken en waarden kijkt profileert het sociaal werk zich daar krachtig op macro-niveau. Denemarken spreekt zelfs van het onmisbaar zijn wanneer sociale problemen moeten worden gedecteerd, opgelost en besproken moeten worden. Dit terwijl er niet wordt afgedaan aan de menselijke waardigheid van het individu.
In een plaatszoekende maatschappij, waar iedereen zich moet profileren en verkopen, vind ik het belangrijk dat ook het maatschappelijk werk zich sterk moet profileren op samenlevingsniveau. Dit geeft niet alleen het beroep het aanzicht dat het verdiend, maar kan er ook voor zorgen dat het maatschappelijk werk een belangrijke en meer actieve positie inneemt bij het oplossen van sociale vraagstukken en problemen.

Als we kijken naar het sociaal werk in landen in ontwikkeling, dan vallen ten eerste de verschillen in het werk op. Primaire levensbehoeften moeten worden vervuld en daarna is er vraag naar ontwikkeling. In een eerder bericht op dit blog heb je kunnen lezen dat er in Zuid-Afrika behoefte is aan opvang, onderdak en medische zorg, maar ook naar onderwijs en emancipatie.
In landen in ontwikkeling waar het sociaal werk niet goed is georganiseerd, en waar sociaal werkers veel macht hebben kan er gemakkelijk machtsmisbruik ontstaan. De Nederlandse beroepscode hecht veel waarde aan respect voor de cliënt en beschrijft nauwkeurig aan welke regels je je als maatschappelijk werker moet houden. In de andere landen waar het sociaal werk goed ontwikkeld is, is dit hetzelfde en zijn er zelfs soms nog meer ethische richtlijnen vastgesteld.

“Onze” benadering maakt ons vakmanschap. Wij hebben een gereedschapskist vol gereedschap in de vorm van methoden en technieken en wij zijn de gereedschapskist.
Nederland zou met dit gereedschap, deze praktijk-gerichte kennis en ervaring, internationaal veel kunnen betekenen. In landen waar het sociaal werk een academische opleiding is, zou Nederland kunnen helpen met het vertalen van onderzoeksresultaten naar de praktijk.

 In landen waar het sociaal werk niet goed georganiseerd is en waar de menselijke waardigheid en de autonomie van de cliënten niet altijd wordt gerespecteerd, zijn codes en ethische richtlijnen nodig. Hoewel de beroepscode in andere landen meer uitgebreid is, zijn het weer de Nederlanders die zouden kunnen helpen bij het vertalen van de code naar de praktijk van het sociaal werk.

Om internationaal deze rol te kunnen vervullen, zou Nederland zich moeten aansluiten bij het IFSW, the International Federation of Social Work. Maar misschien moeten we weer bottom-up beginnen, want dat past ons het beste. In een tijd van economische en sociale verandering moeten we ons goed profileren en positioneren. Want juist in deze tijd worden we wegbezuinigd, terwijl we juist in deze tijd nodig zijn.
Ons maatschappelijk werk is een vakmanschap, en het gaat ons aan het hart.  We weten weten waar we voor staan en we weten waar mee bezig zijn. We moeten nu onszelf zien als cliënt en ons tot ons recht laten komen in wisselwerking met onze omgeving.
 

1 opmerking: