Sociaal
werk in Zuid-Afrika
Je hebt al kunnen lezen over het sociaal werk in Denemarken, Groot-Britannië
en Australie. Landen met een zeer hoge levensstandaard en een grote
volksgezondheid. Maar als we het hebben over sociaal werk internationaal, dan
is het zeker interessant om eens te kijken naar sociaal werk in een land in
ontwikkeling: Zuid-Afrika. Een land met een gemiddeld inkomen, maar waar de
helft van de mensen leeft onder de armoedegrens. Een land met veel waardevolle
stoffen in de grond, maar waar aids, criminaliteit en corruptie grote problemen
zijn.
Ik heb contact gehad met Renske, Alice en Tamara
over hun werk voor Be More. Be More is een organisatie met verschillende
projecten in Azië en Afrika. De missie van Be More is: “Een stevige brug bouwen
tussen mensen van verschillende achtergronden,
culturen en continenten; hen te inspireren deze brug te bewandelen en een
blijvende band te creëren tussen
beide kanten.” Lees meer over Be More op hun website.
Renske is nu in Amanzimtoti, waar zij stage loopt bij Project Palm Tree. Project
Palm Tree is een gezin van een moeder die vijftien kinderen heeft geadopteerd.
Er wonen kinderen met aids en kinderen die heel veel hebben meegemaakt.
Naast de medische en sociale zorg, hecht Be More veel
waarde aan werk en onderwijs. Project Palm Tree is tegelijkertijd een
kinderopvang, waar ouders hun kinderen tegen een kleine vergoeding kunnen
brengen als zij op zoek gaan naar werk.
Renske geeft de kinderen met een beperking thuisscholing en onderneemt
activiteiten met de kinderen. Ze vertelt dat zij door haar aanwezigheid de
kinderen de persoonlijke aandacht kan geven
die zij verdienen.
Alice heeft een maand lang vrijwiliggerswerk
gedaan in Durban, bij het project Umthombo. Umthombo is een organisatie die vecht voor de kinderen in de straten van
Durban, hun vertrouwen wint, medische zorg biedt, aanmoedigt en helpt om het
straatleven te verruilen voor een normale thuissituatie.
Ze vertelt dat haar voor ze ging is verteld dat het geweld tegen kinderen extreem is. Dat ze verwaarloosde,
verminkte en stervende kinderen zou tegenkomen. Ze vertelt de verschrikkelijke
verhalen van wat ze heeft gezien. “Als je daar dan staat, dan roept dat zulke
heftige emoties op, dat kun je je van tevoren niet bedenken. Dat kun je niet opvangen met methoden en technieken.”
Wat ze wel zou willen veranderen, is hoe er met het geld van de organisatie en het sponsorgeld om wordt gedaan. De
corruptie en criminaliteit is hoog in Zuid-Afrika. Er worden dingen gekocht,
maar ze verdwijnen haast net weer zo snel.
Ze vertelt dat de status van de sociaal werkers hoog is, de kinderen kijken
ertegenop. Be More leidt ook zelf zwerfjongeren op tot sociaal werkers om voor
Umthombo te werken. Aan de andere kant is de status van sociaal werkers in de
ogen van de politie laag. De politie ziet liever geen zwerfkinderen op straat.
Umthombo probeert de zwerfkinderen een beter leven te geven, maar de politie
werkt volgens “opgeruimd staat netjes”. Om het werk goed te kunnen uitvoeren,
zou er een betere samenwerking moeten komen
tussen de overheid en het sociaal werk.
Tamara is regio-coördinator voor Be More. Dat betekent dat zij zoekt naar nieuwe
projecten. Zij vertelt dat het sociaal werk (social welfare) door de overheid
is opgezet tijdens de apartheidsjaren. Na de
apartheidsjaren moest dit systeem de hele bevolking dienen, terwijl het
daarvoor alleen maar de blanke minderheid hoefde te dienen. Hierdoor is dit
systeem op dit moment overbelast en niet goed
georganiseerd. Hierdoor zijn er veel lokale initiatieven ontstaan.
Ze vertelt dat in de ogen van de bevolking het sociaal werk een slecht imago heeft. Door de hoge werkdruk, kan de
sociaal werker zijn werk niet goed uitvoeren. De sociaal werkers hebben veel macht in Zuid-Afrika. Deze macht gebruiken ze
dan ook, maar in sommige gevallen niet positief. Ook onder sociaal werkers is
er een hoge mate van corruptie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten